Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet gedwongen tenuitvoerlegging van uitspraken en beschikkingen ingevolge Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen voor kolen en staal

 

Artikel 2
1
De aanvragende partij zendt aan Onze Minister van Justitie haar aanvraag en een exemplaar van de uitspraak of beschikking.
2
De uitspraak of beschikking moet in de vorm van een authentieke expeditie worden toegezonden. Indien bij het bestaan van authentieke teksten in meer dan één taal is bepaald, dat de tekst van de uitspraak of beschikking in een bepaalde taal ingeval van onderlinge tegenspraak beslissend is, dient de toezending van een authentieke expeditie in die taal te geschieden.
3
Voorzover deze stukken niet in de Nederlandse taal zijn gesteld, moet tevens een exemplaar in het Nederlands of een Nederlandse vertaling worden bijgevoegd, die door een bevoegd functionaris van de Instelling, waarvan de uitspraak of beschikking afkomstig is, of door een overeenkomstig de Nederlandse bepalingen beëdigd vertaler voor eensluidend is verklaard.
4
Onze voornoemde Minister zendt de genoemde stukken onverwijld aan de Griffier van de Hoge Raad der Nederlanden.
5
Deze griffier geeft, binnen een week na de ontvangst van de stukken, na accoordbevinding van de authenticiteit van de expeditie, aan de expeditie de vorm van een grosse. Hij doet zulks door de volgende formule aan het hoofd, ter zijde of aan het slot van de expeditie te plaatsen: "In naam der Koningin", gevolgd door de vermelding van de dagtekening en van zijn functie en door zijn handtekening. Indien is bepaald, dat de tekst van de uitspraak of beschikking in een bepaalde taal ingeval van onderlinge tegenspraak beslissend is, moet de formule worden geplaatst op de in die taal gestelde authentieke expeditie.
6
De griffier geeft de grosse onverwijld af aan de in lid 1 bedoelde partij.
7
De grosse heeft dezelfde kracht als de grosse van een burgerlijk vonnis in Nederland gewezen en kan mitsdien worden tenuitvoergelegd op de voet en de wijze, bij het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, ten aanzien van de tenuitvoerlegging van zodanig vonnis voorgeschreven.
8
Op de uitgifte van tweede of verdere grossen is artikel 231, tweede en derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeenkomstige toepassing.
9
Geschillen over de tenuitvoerlegging worden gebracht voor de rechter van de plaats van tenuitvoerlegging.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •